Het doel is om leerlingen te laten inzien dat ze nu al dagelijks met economische situaties te maken hebben en dat het vak economie ze het gereedschap gaat geven om dit te benoemen en weloverwogen keuzes te maken.
Doel van deze werkvorm is de drieslag in- uit en meer balans toe te passen op een zelf te verzinnen herkenbare economische situatie.
Een sudoku gecombineerd met het virtuele economiemuseum van Bas Haring.
In deze werkvorm doe je met de leerlingen een quiz in de klas. Allerlei mogelijke varianten zijn hierop mogelijk. Je kan een quiz houden over de leerstof, algemene onderwerpen of je kan het bijvoorbeeld inzetten voor het activeren van voorkennis.
Deze werkvorm betreft een simulatieopdracht waarbij leerlingen ervaren hoe het is om door middel van speltheorie vertrouwen te winnen of te verliezen.
In deze werkvorm laten we aan de hand van een experiment ervaren dat een belangenconflict leidt tot welvaartsvernietiging en dat samenwerken moeilijk is.
De ultimatumgame is een beroemd economisch experiment dat het vak op de grondvesten deed trillen. Het doen van dit experiment is dan ook een goede start van het keuzekatern Economie en ethiek.
Deze opdracht biedt de leerlingen structuur voor de gedragseconomische termen en maakt ze concreter door drie contexten per term te geven. De leerlingen kunnen deze opdracht fysiek in de klas of thuis op hun telefoon via de SIEO-app.
Deze opdracht focust op de economische gevolgen van de coronacrisis. Wat gebeurt er met de vraag- en aanbodlijnen als gevolg van de coronacrisis?
Lezen over gedragseconomie is wat anders dan het toepassen op jezelf. Leerlingen denken na over welke doelen ze willen bereiken of welk stukje van hun eigen gedrag ze zouden willen versterken of verminderen.
Een werkvorm waarbij leerlingen 30 theoretische termen van dit keuzekatern herhalen.
Deze werkvorm kan in plaats van de introductieopgave van het eerste hoofdstuk van het keuzekatern Geld worden gedaan. Leerlingen leggen kaartjes op chronologische volgorde en sorteren kaartjes met daarop de oorzaak of het gevolg van hyperinflatie.
Het aloude spelletje ‘wie ben ik’, maar dan uiteraard economisch ingekleurd. Doel van deze werkvorm is om te raden welk begrip je bent door middel van ja/nee-vragen.
Dit betreft een simulatieopdracht waarbij leerlingen ervaren dat handelen gemakkelijker gaat met vaste ruilverhoudingen en nog beter met geld.
Een sudoku gecombineerd met het virtuele economiemuseum van Bas Haring.
Dit betreft een simulatieopdracht waarbij leerlingen ervaren dat handelen gemakkelijker gaat met vaste ruilverhoudingen en nog beter met geld.
Lezen over gedragseconomie is wat anders dan het toepassen op jezelf. Leerlingen denken na over welke doelen ze willen bereiken of welk stukje van hun eigen gedrag ze zouden willen versterken of verminderen.
Een werkvorm waarbij de leerlingen 30 theoretische termen van dit katern herhalen.
Een eenvoudige werkvorm waarbij de leerlingen tien vragen krijgen voorgelegd over het IS-MB-GA-model.
Leerlingen moeten in totaal 3 reeksen op de goede volgorde leggen. Eén reeks is in woorden en de twee andere reeksen bestaan uit figuren. Tot slot bedenken ze concrete contexten bij de reeksen.
In deze opdracht gaan leerlingen onderzoeken of het IS-MB-GA-model en de donuteconomie elkaar uitsluiten. Een andere invalshoek op het IS-MB-GA-model en een korte kennismaking met de donuteconomie.