Nieuws / Economenpanel / Economenpanel - Otto Swank
Geschreven door Marcel Canoy - 06 juli 2020
Otto Swank is hoogleraar micro-economie, met als bijzonder aandachtsgebied organizational economics, aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en directeur van de economische faculteit.
Het panel buigt zich in verschillende samenstellingen over vraagstukken rondom het economie-onderwijs. Tijdens de panelsessies worden kennis en informatie met elkaar gedeeld. De panelleden worden door SIEO voor een sessie uitgenodigd, maar kunnen ook zelf een sessie initiëren en onderwerpen voor een sessie aandragen.
Marcel Canoy (MC) is bij SIEO verantwoordelijk voor het Economenpanel en vanuit die hoedanigheid bevraagt hij Otto Swank.
Ik heb een Frans-Amerikaanse collega Anne Boring. Alleen al als zij over onderwijs praat, word ik blij.
MC: Wat is jouw ervaring met economieonderwijs?
Als capaciteitsdirecteur heb ik uiteraard heel veel met onderwijs te maken. Daarbij verwacht ik van mijn medewerkers een bepaalde houding.
MC: Welke houding denk je dan aan?
Wij werven vooral op de internationale markt, die wil nog wel eens onderzoeksgericht zijn. Maar ik vind dat onderwijs en onderzoek even belangrijk moeten zijn. Ik probeer mensen daarvoor enthousiast te krijgen. Dat is nog wel een uitdaging, want publicaties kun je meten, bij onderwijs is dat wat lastiger.
MC: Hoe motiveer je die medewerkers dan?
Grappig genoeg is je bereik bij onderwijs vele malen groter dan bij onderzoek. Ik geef micro aan eerstejaarsstudenten, toch al gauw 600-700 mensen. Jaar in jaar uit. Als ik een paper schrijf heb ik echt geen 700 lezers hoor. En ik probeer duidelijk te maken dat onderwijs het denken van mensen verandert.
MC: Een mooie ambitie, maar hoe meet je of dat ook gebeurt?
Dat is lastig te meten. Ik activeer de studenten. Daarmee kun je toch zien wat er gebeurt met ze. Ik laat ze daarom individuele essays schrijven.
MC: Met 700 studenten? Dat nakijken wordt een Sisyphus taak!
Daar hebben we wat op gevonden. Ik pak een recent artikel van die Freakonomics man die data van de Ubertaxi gebruikt om rechtstreeks een vraagcurve te schatten op een causale manier. Ik vat dit dan in een bladzijde of zes samen en stel vragen. De studenten moeten dan aan de slag op een gestructureerde manier waardoor studentassistenten het essay na kunnen kijken. Het is een goede manier om ze met de stof bezig te laten zijn. Multiple choice is onzin. Liever open vragen, nakijken is een dingetje, maar het is wel zo academisch mogelijk.
MC: Als je de huidige situatie vergelijkt met tien jaar terug, wat valt je dan op?
Docenten staan nu dichter bij het onderzoek. Ze kunnen ook wel meer. Ik ben zelf ook veranderd. Ik organiseer soms kleine ‘wedstrijdjes’ met andere wetenschappen. Zo is er het beroemde voorbeeld tussen juristen en economen. Wordt belasting nu opgebracht door de producenten of consumenten? Het blijkt dat het toch echt de wet van vraag en aanbod is die dat bepaalt en niet de juridische wet. 1-0 voor de economen! Ik zorg natuurlijk wel dat economie altijd wint, haha.
MC: Heb je nog meer wedstrijden?
De wedstrijd tussen religie en economie. De bijbel zegt dat je evenveel houdt van je naasten als van jezelf. Je kunt dat in een nutsfunctie stoppen, maar wat als het ongelijk is? Moet je dan gaan stelen? Oké, het is soms een beetje karikaturaal, maar het werkt goed. En ik daag studenten uit voorbeelden te verzinnen waarin gedrag niet verklaard kan worden door rationaliteit. Verliefdheid en vluchtgedrag mogen niet meedoen.
MC: Met wat voor antwoorden komen ze dan?
Van alles, maar relaties komen vaak terug. Trouwen blijkt daarmee opmerkelijk rationeel te zijn. Wat mensen op datingsites zeggen klopt vaak niet (helemaal), maar hun leugens zijn dan wel weer heel rationeel. Soms verrassen de studenten me. Iemand had een voorbeeld van preferenties die niet transitief zijn, terwijl de consument wel rationeel is, een bekend probleem voor de klassieke econoom. Peter Wakker denkt daar vaak over na.
MC: Welke andere disciplines betrek je bij je onderwijs?
Zelfs ben ik vooral in politicologie geïnteresseerd. Soms troeven de politieke economen de politicologen af, omdat we causaliteit veel scherper kunnen analyseren. Bijvoorbeeld is het heel leuk om met de studenten het te hebben over hoe media in ontwikkelingslanden corruptie beperken. De empirie heeft zo’n vlucht genomen dat we daarmee allemaal leuke dingen kunnen doen.
MC: Hoe ging dat vroeger dan?
Destijds probeer ik het vooral leuk te maken. In de auto van Utrecht naar Rotterdam luisterde ik naar Youp van het Hek en ging zelf amateur stand-up spelen in de collegezaal. Vonden de studenten mooi hoor, maar langzamerhand realiseerde ik me dat ze daardoor wel pret hadden maar niet voldoende opstaken van de stof. Dat zal toch met inhoud moeten.
MC: Wie is je inspiratiebron?
Ik heb een Frans-Amerikaanse collega Anne Boring. Alleen al als zij over onderwijs praat, word ik blij. Van haar heb ik ook geleerd dat het prima werkt - ook met grote groepen - als je de studenten soms vraagt vijf of tien minuten met hun buurman of buurvrouw over een onderwerp te discussiëren. En een andere ding wat ik van haar heb, is als het niet goed gaat in de collegezaal dat het nooit aan de studenten ligt.
MC: Laatste vraag: op welke magische knop zou jij als ‘Benevolent dictator’ drukken?
Ik ben niet dol op normatieve wetenschap, als een steen valt is dat niet goed of slecht. Ik wil weten hoe snel de steen valt en of we op de aarde of de maan zijn. Maar goed ik snap je vraag. Wat ik zou veranderen is de coördinatie tussen vakken. Die is nu niet altijd goed. In een goede opleiding economie moeten de vakken op elkaar bouwen, dat kan beter.
MC: Op welke knop druk je dan?
Als je onderwijsprogramma als een groepsproces beschouwt kan het werken. De econometristen hebben dat wel beter voor elkaar. Mag ik er nog eentje doen? Ik heb nog idealisme in me. Wetenschap is ongelooflijk belangrijk zeker in de factfree-samenleving van nu. Wees voorzichtig over waarheid, een wetenschappelijke uitspraak is geen mening, als iedere student dat zou snappen is het beter. Wetenschap hoeft niet waar te zijn, maar reproduceerbaar. Je kunt altijd nagaan waarom iets gezegd wordt zelfs als het fout is. Als we studenten dat toch eens op magische wijze kunnen bijbrengen.
Deze blog is onderdeel van de categorie
Lees meer blogs uit deze categorie
Economenpanel - Ben Vollaard Economenpanel - Robert Dur Economenpanel - Marco Haan